Vier ministeries, 22gemeenten en de VNG gaan nauwer samenwerken om deoververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongeren in overlast,criminaliteit, schooluitval en werkloosheid te verminderen. Deministers Van der Laan (Wonen, Wijken en Integratie), Ter Horst(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), Hirsch Ballin (Justitie)en Rouvoet (Jeugd en Gezin) hebben met 22 burgemeesters en de VNG inUtrecht daarvoor maandag 5 oktober een intentieverklaring ondertekend.
Met de ondertekening zetten alle partijen in op een samenwerking omslimme en praktische oplossingen voor een geslaagde aanpak met elkaarte delen. De gemeenten werken al jaren aan de aanpak van deproblematiek en gaan nu nauw samenwerken. Door kennis te delen hoevengemeenten niet zelf het wiel uit te vinden.
Met deintentieverklaring geven Rijk en gemeenten prioriteit aan de aanpak vande Marokkaans-Nederlands risicojongeren, waarbij extra capaciteit enmiddelen worden vrijgemaakt. De aanpak laat zich samenvatten als’grenzen stellen en perspectief bieden’. Voorop staat dat tegencriminaliteit en overlast hard moet worden opgetreden.
Het Rijk voorziet de gemeenten waar nodig van middelen eninstrumenten zoals wet- en regelgeving en de eigen expertise. De VNGondersteunt de gemeenten en neemt bestuurlijk en ambtelijk deel aan hetsamenwerkingsverband. Iedere gemeente blijft zelf verantwoordelijk voorde aanpak van Marokkaans-Nederlandse risicojongeren.
Het kabinet heeft 22 gemeenten voor de samenwerking uitgenodigd. Datzijn gemeenten met een grote Marokkaans-Nederlandse gemeenschap, metdaarin relatief veel risicojongeren. Utrecht is gevraagd om desamenwerking de komende vier jaar te coxc3xb6rdineren, omdat de stad met hetproject ‘Onze Toekomst’ een voorbeeldfunctie in het land vervult.
Bron: deze tekst is overgenomen van de website van het ministerie van VROM
Meer:
dossier allochtonen, criminaliteit en cultuur
Risicojongeren (VROM)