Wie betaalt straks de polder-imam?

MolenbenccVanaf het begin van de jaren 90 wordt er al gesproken over de wenselijkheid van in Nederland opgeleide imams. Inmiddels zijn er drie opleidingen waar studenten een opleiding kunnen volgen tot imam. De vraag is echter of veel van deze studenten ooit aan de slag zullen gaan als imam. Want, welk moskeebestuur kan hen een fatsoenlijk loon betalen? Een artikel van Ewoud Butter.

Tariq Ramadan is niet de eerste islamprofessor die wordt ingehuurd. De vrijzinnige Algerijnse filosoof en islamhistoricus Mohammed Arkoun, afkomstig van de Sorbonne, ging hem begin jaren 90 voor.  Arkoun doceerde in 1993 en 1994 als bijzonder hoogleraar islam aan de Universiteit van Amsterdam op uitnodiging van de Stichting Bijzondere Leerstoel Islam (SBLI). Deze stichting met onder andere de latere kamerleden Sam (Oussama) Cherribi (VVD), Fadime xc3–rgxc3xbc (VVD) en Coskun Cxc3xb6rxc3xbcz (CDA) als bestuursleden, was een initiatief van het toenmalige Amsterdams Centrum Buitenlanders (ACB, tegenwoordig ACB Kenniscentrum). Een belangrijk doel van de Leerstoel was een platform te vormen "ter bestudering van de islamitische godsdienst binnen de Nederlandse cultuur". Ook werd veelvuldig gesproken over de "vorming van een Europese islam". In die tijd lag dat politiek minder gevoelig dan nu. Hoewel sommige moslimorganisaties Arkoun te liberaal vonden, werd zijn benoeming uiteindelijk door alle grote moslimorganisaties gesteund. En ook de politieke partijen, van links tot rechts, gaven hun steun zonder dat er destijds moeilijk werd gedaan over de scheiding van kerk en staat: in het Comitxc3xa9 van Aanbeveling zat niet alleen de Amsterdamse burgemeester van Thijn, maar ook toenmalig VVD-leider Bolkestein, die later nog met Arkoun het boek Islam en democratie zou schrijven.

Arkoun pleitte direct vanaf zijn aantreden voor een Nederlandse imamopleiding. In een interview liet hij weten hetonaanvaardbaar te achten dat vele Turkse en Marokkaanse moskeexc3xabn inNederland imams hadden die in hun land van herkomst waren opgeleid endoor hun land naar Nederland waren uitgezonden. Arkoun meende dat deNederlandse staat zich met de zaak moest bemoeien en deimam-exporterende landen hun plaats moest wijzen: xe2x80x9cDe Nederlandseregering moet zeggen: wij voeren een politiek van integratie en wijgaan de imams zelf opleidenxe2x80x9d. Arkoun droomde van xe2x80x9ceen theologischefaculteit als broedplaats voor een typisch Europese vorm van islam, eenwerkplaats in de humanistische traditie, ook en vooral in het land vanErasmusxe2x80x9d.(bron Shadid en Van Koningsveld)

Het duurde uiteindelijk 10 jaar totdat er onderzoek was gedaan naar de mogelijkheden van een Nederlandse imamopleiding. In 2003 publiceerde de Adviescommissie imamopleidingen het rapport Imams in Nederland: wie leidt ze op? Hierin werd onder andere het volgende geconcludeerd:

xe2x80xa2 De overheid staat open voor aanwijzing of financiering vanambtsopleidingen, maar veel aanhangers van de godsdienstige ofgeestelijke stromingen voelen geen behoefte of staan er gereserveerdtegenover. Door onderlinge verdeeldheid en geringe organisatiegraadzijn ze niet in staat een draagvlak te crexc3xabren.
xe2x80xa2 De overheid heeftweinig ruimte om zich met deze materie bezig te houden. Zij kan slechtsfinancixc3xable voorwaarden scheppen, maar initiatieven die niet door debetrokkenen worden gesteund zouden strijdig zijn met het beginsel vanscheiding van kerk en staat.
xe2x80xa2 Exc3xa9n voor de gehele moslimgemeenschapaanvaardbare opleiding is wegens de onderlinge diversiteit eenonhaalbare zaak. Realistischer is een opleiding per godsdienstigerichting of groepering binnen de islam.
xe2x80xa2 Een volledige Nederlandseimamopleiding op universitair of hbo-niveau is niet haalbaar. Voorlopigis het realistischer op relatief korte opleidingen te richten metdoelgerichte pragmatisch ingevulde vakken. Op de lange termijn kan zode weg naar een hoger niveau worden gebaand.
xe2x80xa2 Zolang debelangstelling van moslimzijde voor een imamopleiding en desubsidixc3xabring daarvan geen gestalte heeft gekregen kan de overheidweinig meer doen dan stimuleren en faciliteren. De commissie wil echterzien of deze terughoudendheid toch samen kan gaan met het ontwikkelenvan een bestuurlijk instrument om zodra er wel belangstelling is snelen adequaat te kunnen reageren.
xe2x80xa2 Volgens de commissie moet hetuitgangspunt zijn dat indien enig initiatief tot een imamopleiding,passend binnen de kaders van de Nederlandse onderwijswetgeving, formeelzou worden aangemeld er geen reden is om een dergelijk verzoek nietvolgens de wetgeving te beoordelen.
xe2x80xa2 Het belangrijkste probleem meteen facilitering van een imamopleiding is de omstandigheid dat deimamopleiding nog niet, en zeker niet voor alle godsdienstigerichtingen, is gedefinieerd. Het gewenste peil van zulke opleidingenkan ook zeer uiteenlopen.
xe2x80xa2 De commissie beveelt aan dat de overheideen beleid ontwikkelt waarin elk initiatief tot opleiding van imams datpast in de integratiedoelstelling, maar niet is voorzien in deonderwijswetgeving, financieel kan worden gefaciliteerd. (Bron: Nicis)

Drie opleidingen
Enkele jaren later kennen we in Nederland drie imamopleidingen. Aan de Universiteit van Leiden hebben ze gekozen voor het duplex-ordomodel: een wetenschappelijke opleiding tot islamoloog wordtgecombineerd met een strict gescheiden opleiding bij een religieuzeinstelling. Aan de Vrije Universiteit geldt de simplex ordo envallen de wetenschappelijke en religieuze opleiding wel samen in xc3xa9xc3xa9ntraject en aan de Hogeschool InHolland in Diemen kun je op hbo-niveaueen opleiding tot imam en geestelijk verzorger krijgen.
Iedereopleiding is verbonden met andere religieuze (koepel)organisaties.Johan Meuleman, docent bij Inholland zie hier onlangs in De Groene Amsterdammer van 8 mei (papieren versie) het volgende over:

"InLeiden wordt bijvoorbeeld contact gelegd met de NederlandseIslamitische Federatie, vooral met de dicht bij de traditie van deMoslimbroeders staande groep daarbinnen en met een complex vanMarokkaanse moskeexc3xabn rondom Yahia Bouyafa. Binnen de Vrije Universiteitwordt voortdurend geprobeerd contact te krijgen met de Turksegemeenschap en de Turkse overheid en aanvullend met de Marokkaansegemeenschap en de Marokkaanse overheid. Al die clubs worden tegenelkaar uitgespeeld en spelen onderling ook spelletjes."

Meulemans Inholland werkt zelf overigens samen met het Contactorgaan Moslims Overheid (CMO).

Imam werkt voor hongerloontje
Binnenkort studeren de eerste studenten af, maar het is maar zeer devraa
g of ze ook imam zullen gaan worden. De belangrijkste redenhiervoor is dat het salaris van de imam in veel moskeexc3xabn moet wordenopgehoest door de moskeebezoekers, waaronder veel werkloze ofarbeidsongeschikte mannen van de eerste generatie. Het salaris van eenimam is daardoor laag, zeker voor iemand met een HBO of academischeopleiding. Meuleman laat in De Groene weten dat geen van zijn studentende ambitie heeft om imam te worden: "De meesten willen geestelijk ofpedagogisch werker worden, of doen deze opleiding naast een anderestudie. Het punt is ook dat een imam geen hoge status heeft. Imamskrijgen een mager salaris."

De vraag is wat de salarisperspectieven van de imams zullen zijn. Zehebben weinig te eisen en of ze veel aan belangenbehartigers hebben, ismaar de vraag, want de belangen van de kleine bereopsgroep van imamsworden volgens goed (Nederlands) islamitisch model versnipperdbehartigd: er is een Vereniging van Imams , een Beroepsvereniging Soennitische Imams Nederland en een Imambond. Asis Aynan heeft gekscherend ook al om een Relaxte Imam Bond gevraagd.

De salarissen van de imams zullen vooral afhankelijk zijn van hetaantal moskeebezoekers, en dat zijn er voorlopig niet zoveel. Van denaar schatting 850.000 moslims, zijn er, volgens onderzoekvan het Instituut voor Integratie en SocialeWeerbaarheid van de Rijksuniversiteit van Groningen, 200.000praktiserende moslims. De Groningse onderzoeker Anand Blank schat hetaantal moskeebezoekers in de 480 moskeexc3xabnvan het land, op 50.000 mannen. Met hun vrouwen en gemiddeld tweekinderen denkt hij dat er in Nederland 200.000 praktiserende moslimszijn.

Volgens een ander onderzoek, van het CBS,ligt het moskeebezoek iets hoger. Het CBS berekent dat 27% van demoslims (en 36% van de islamitische mannen) wekelijks de moskeebezoekt.Het percentage moslims dat naar de moskee gaat is volgens het CBSoverigens vergelijkbaar met het aantal protestanten dat naar de kerkgaat. 

Vergrijzing in de moskee
Grofweg zijn er volgens het CBS zo’n 230.000 moslims dieregelmatig een moskee bezoeken. Met in een enkel geval buitenlandsesteun, moeten ze samen opdraaien voor de kosten (huur, onderhoud enpersoneel) van 480 moskeexc3xabn. Onder deze moskeegangers zijn mannen vande eerste generatie zwaar oververtegenwoordigd. En het probleem is datdeze groep niet alleen weinig geld heeft, maar de komende jaren inomvang zal afnemen doordat ze zullen overlijden en in enkele gevallengaan remigreren.

Voor Nederlandse moskeeen is het daarom van groot (economisch)belang de vergrijzing te stoppen en meer jongeren te trekken. Het aantal moslims neemt de komendedecennia weliswaar toe (zie Nederland islamiseert, maar in welke mate), maar het is maar de vraag of dat ook geldt voor het aantal moskeebezoekers. Het SCP signaleerde in 2004 een afname vanhet moskeebezoek onder Turken van 44 naar 35procent en onder Marokkanen van 38 naar 23 procent. Het is onduidelijk of deze trend doorzet.

Het lijkt een kip en ei verhaal te worden: om meer jongeren tetrekken, zullen de moskeexc3xabn Nederlandse sprekende imams moetenaanstellen, maar om die imams te kunnen betalen zullen ze meer jongerenmoeten trekken.

Buitenlandse bemoeienis
Daarnaast is het de vraag in hoeverre religieuze instellingenstromingen in de landen van herkomst zullen toestaan dat er inNederland opgeleide imams het gebed zullen leiden. De Turkse moskeexc3xabnzijn verbonden met Diyanet, het Turkse ministerie van Geloofszaken, ofanders wel met xc3xa9xc3xa9n van de vele non gouvernmentele religieuzestromingen, waarvan Milli Gxc3xb6rxc3xbcs de bekendste is. De Marokkaansemoskeexc3xabn hebben te maken met een Marokkaanse overheid die in de strijdtegen radicalisering het neo-malikisme promoot en imams uitnodigt voor bijscholing in Marokko.

De vraag is dus waartoe de Nederlandse imamopleidingen opleiden. De kans bestaat dat de beste Nederlandse imams straks niet te vinden zijn in de moskee, maar dat ze werkzaam zijn als geestelijk verzorger in de zorg, een penitentiaireinrichting of als collega van Ali Eddaoudi in het leger. Als het meezit, zullen enkele van de huidige studenten in de toekomst naast een parttime baan in de zorg, het vrijdaggebed in de moskee verzorgen.

De conclusie luidt dus dat de Nederlandse imamopleidingen zeer waarschijnlijk maar in geringe mate tot imam zullen opleiden. In het rapport Imams in Nederland, wie leidt ze op, werd hiervoor overigens al gewaarschuwd. De  wens van Mohammed Arkoun, dat in alle Nederlandse moskeexc3xabn in Nederland opgeleide imams aan het werk zijn, is nog lang niet verwezenlijkt.

Ewoud Butter

About Ewoud Butter

Schrijver, onderzoeker
This entry was posted in ewoud butter, islamisering. Bookmark the permalink.

1 Response to Wie betaalt straks de polder-imam?

  1. Jan Mahmood Beerenhout says:

    Wat een goed artikel xe2x80″ overzichtelijk, en het legt de verschillende achterbannen goed uit waar ieders verantwoordelijkheid nu en straks ligt.

    Wat je niet verwerkte is een soort stelling die ik lang hanteerde, en nu soms vergeet.

    Met de import van moslim-gastarbeiders negeerden wij, de importeurs, de religieuze component in hun leven, en onze xe2x80x98vrijheid van godsdienstxe2x80x99.

    Op velerlei gebied zijn in de achterliggende vijftig jaren maatregelen, sommige succesvol, andere minder, genomen om de achterstanden bij de niet-terugkerende gastarbeiders, opeens immigranten, in te lopen. Op veel gebieden, zoals onderwijs, volkshuisvesting, gezondheidfszorg, enz.. Behalve op het gebied van de godsdienst- beleving. Zodra daar sprake van was, werd de xe2x80x98scheiding van kerk & staatxe2x80x99 van stal gehaald om maar alsjeblieft niets te hoeven doen en aldus werden de nieuwe Nederlanders niet tijdelijk maar permanent op achterstand gezet.

    Om in volledige vrijheid je godsdienst te kunnen beleven moet er sprake zijn van gelijkheid. Welnu, terwijl de Gouden Koorden nog maar kort verbroken waren (tegen betaling van een forse afscheidsbonus) , werden er naar de nieuwe Nederlander en zijn/haar religieuze/spirituele behoeften van overheidswege nauwelijks onderzoek gedaan en slechts een heel klein, breekbaar zijden draadje (i.p.v. een Gouden Koord) uitgelegd, zoals een wel heel tijdelijke subsidieregeling voor moskee-bouw. Kort-durend, zeker als je die vergelijkt met de eeuwen dat kerken in Nederland wel met staatssteun konden worden gebouwd en onderhouden (veel kerktorens worden dat nog steeds overigens, maar weinig minaretten, begrijp ik)

    Het continueren van die achterstand wreekt zich tot op de dag van vandaag, want ik ben van mening dat het nauwelijks aandacht besteden aan de vervulling van de wensen der immigranten op godsdienstig gebied de veroorzaker is van de grootste scheiding tussen ZIJ en WIJ.

    Jan Mahmood Beerenhout

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s